Rugproblemen

Lumbosacral transitional vertebra ( Ltv / Lüw )

LTV (lumbosacral transitional vertebra) is een aangeboren, afwijkend gevormde wervel tussen de laatste normale lende (lumbaal) wervel en de eerste normale heiligbeen (sacrale) wervel. Dit zijn de wervels aan het einde van de ruggengraat, voordat deze overgaat in de staart. De LTV heeft de uiterlijke kenmerken van zowel een lende- als een heiligbeenwervel. Er zijn verschillende classificatiesystemen in de diergeneeskunde voor de LTV, gebaseerd op de uiterlijke kenmerken. In sommige gevallen is er sprake van een achtste lendewervel (L8). Het komt bij veel verschillende rassen voor, vooral de Duitse Herder en de Grote Zwitserse Sennenhond staan er om bekend. Ook bij de Ridgeback wordt het bij steeds meer honden (h)erkend. Het kan vastgesteld worden op een röntgenfoto van de wervelkolom/heupen.

Van de afwijkende wervel zelf hoeft de hond geen last te hebben, maar de hond heeft een grotere kans op het ontstaan van klinische symptomen van het zogenaamde cauda-equina syndroom (vernauwing van het lumbosacrale wervelkanaal). Kenmerkende symptomen hiervan zijn pijn en bewegingsbeperking van de achterhand waardoor de hond moeite heeft met springen, traplopen en opstaan, vermindering van de kracht van de achterbenen, soms zelfs verlamming, staart zwakte en incontinentie. Behandeling bestaat uit pijnstilling of uiteindelijk zelfs operatie. 

 

Wat is spondylose bij honden?

spondylose is de naam voor artrose van de wervels. Het is een chronische aandoening aan de wervelkolom, dat wordt veroorzaakt door slijtage van de wervels en tussenwervelschijven. Om de slijtage te compenseren maakt het lichaam van de hond nieuw botweefsel aan. Dat kan leiden tot botwoekering waardoor mogelijk omliggende weefsels aangetast raken, zenuwen bekneld worden en wervels aan elkaar vergroeien. Dat veroorzaakt stijfheid en pijn klachten.

De wervelkolom van de hond bestaat uit wervels die soepel van elkaar kunnen bewegen doordat tussenwervelschijven functioneren als draaipunten en schokdempers. Oudere honden kunnen last krijgen van dunner wordende tussenwervelschijven, doordat ze minder goed vocht vasthouden. Doordat de tussenwervelschijven aangetast raken vermindert de schokdemper functie en worden de schijven minder soepel en minder flexibel.

Als reactie op deze ontwikkeling gaat het lichaam extra bot aanmaken. Als twee wervels ontspringen en het bot tegen elkaar komt kan dat pijn veroorzaken. Bovendien kunnen uittredende zenuwbanen bekneld raken. Dat kan tot ernstige klachten leiden die een hond sterk beperken in pijnvrij bewegen en daarmee de kwaliteit van leven reduceren. 

 

Degeneratieve myelopathie (DM)

Degeneratieve myelopathie (DM) is een progressieve neurologische aandoening van het ruggenmerg bij honden, die aanleiding geeft tot verminderde beweging op latere leeftijd en zelfs tot vraag om euthanasie. Mogelijk is DM vergelijkbaar met Amyotrofe Laterale Sclerose (ALS, Lou Gehrig's disease) of multiple sclerose (MS) bij mensen maar daarover bestaat nog verschil van mening.

De ziekte komt het duidelijkst naar voren bij de Duitse herder maar bij meerdere rassen wordt DM beschreven.

Degeneratieve Myelopathie is een neurologische aandoening van het ruggenmerg. De eerste verschijnselen van de ziekte uiten zich meestal vanaf een leeftijd van 8 jaar. Het verloop van de ziekteverschijnselen kan in sommige gevallen snel (binnen 6 maanden) en in andere gevallen veel trager verlopen (een verloop gedurende jaren). DM vererft op een autosomale, recessieve manier. Dit betekent dat een dier vrij kan zijn (homozygoot normaal), lijder (homozygoot afwijkend) of drager (heterozygoot). Lijders lopen het risico dat zij de ziekte ontwikkelen maar dat gebeurt lang niet altijd. Het is niet bekend hoeveel lijders DM gaan krijgen. Dragers kunnen de mutatie verspreiden in de populatie zonder dat ze zelf de symptomen hebben. Voor zover bekend krijgen dragers zelden DM, eventueel op latere leeftijd en met mildere symptomen. Om verspreiding te voorkomen, is daarom vooral het aantonen van dragers en lijders van groot belang. Een probleem bij de preventie is dat de ziekte zich pas op latere leeftijd manifesteert. Gelukkig is het mogelijk om via genetische testen dragers en lijders vroegtijdig op te sporen. 

De leefomstandigheden van de lijders en kwaliteit van de voeding zijn mogelijk belangrijke factoren die bepalen of de lijders klinische klachten krijgen van DM.

Symptomen

DM manifesteert zich in het begin vaak met coördinatieverlies in de achterste ledematen. De hond gaat waggelen, struikelen of slepen met de achterpoten. Incontinentie komt ook veel voor. Uiteindelijk wordt de hersenschors aangetast, waardoor ook vitale functies kunnen uitvallen. De hond heeft geen pijn, alleen verlies van functie. Eigenaren interpreteren de verlaagde beweeglijkheid (mobiliteit) vaak als symptomen van de oude dag en zijn zich vaak niet bewust van het feit dat de hond DM heeft

In het ruggenmerg lopen de zenuwbanen die de spieren aansturen. Deze zenuwen liggen in bundels gegroepeerd in de zogenoemde witte stof. Om deze bundels zit een isolatielaag: de myelineschede. Deze wordt aangetast, waardoor de isolatie van de zenuwen verdwijnt en de zenuwen afsterven. Hierdoor wordt de aansturing van de spieren steeds minder.